Diwali is één van de belangrijkste festivals op de Hindu-kalender. Arm of rijk, jong of oud iedereen in de hele wereld van hindoe/sikh afkomst neemt deel aan dit feest dat de terugkeer van de God Ram viert. De naam komt van het Sanskrit dipavali, 'rij lichten'. In iedere kamer van het huis en ook op de daken worden kleine aardewerk olielampjes gezet. Ook worden drijvende lampjes op de rivieren en stroompjes losgelaten. De lampjes symboliseren de overwinning van het licht op de duisternis en spelen een rol in het feestelijke einde van verschillende Diwali verhalen. Ze symboliseren ook onzelfzuchtige opoffering: ze branden zelf op om de wereld licht te brengen. Het hoogtepunt van het festival markeert het begin van het nieuwe jaar volgens de Vikrama kalender.
Hoofdpersoon van Diwali is de godin Lakshmi, de vrouw van Vishnu en tevens godin van de rijkdom. Om haar te verwelkomen worden vele olielampjes gebrand en de huizen grondig schoongemaakt. Men gelooft dat de godin elk huis waar een lampje voor haar brandt, bezoekt. Om boze geest van het feest te weren wordt vuurwerk afgestoken. Op Diwali geeft men elkaar gewoonlijk geschenken.